1813

Aankoop door baron de Vos van Steenwijk, genaamd van Essen

Na het overlijden van mevrouw van Plettenberg werd Windesheim te koop aangeboden. Haar erfgenamen verkochten Windesheim in 1813 aan Hendrik Antonie Zwier baron de Vos van Steenwijk, genaamd van Essen. In deze familie is het huis steeds van vader op zoon vererfd, tot het in de Tweede Wereldoorlog is gebombardeerd. Hendrik Antonie vestigde zich pas in 1828 op Windesheim en overleed in 1834; hij heeft er waarschijnlijk weinig veranderd. Zijn tweede zoon Evert baron de Vos van Steenwijk genaamd van Essen heeft het huis verfraaid en gemoderniseerd. Hij kocht aanliggende gronden, waaronder de oostelijk gelegen boerderij Wittengoed, die hij liet afbreken. Aan de zuidzijde van de Windesheimerweg liet hij een nieuw pand bouwen. Zijn enige zoon Jan Arend Frederik liet in 1901 zuidwestelijk van het huis een veeschuur en overdekte mestbewaarplaats bouwen. Aan de zuidzijde van de Windesheimerweg werden begin 20e eeuw ook diverse dienstwoningen gebouwd, waaronder de zogenoemde bosbaaswoning en tuinmanswoning.

Na het overlijden van Jan Arend Frederik baron de Vos van Steenwijk genaamd van Essen in 1905 werd zijn enig overgebleven zoon Frederik Henri eigenaar, die in 1914 huwde met Rutgera gravin Schimmelpenninck van het Nijenhuis bij Diepenheim. Dit echtpaar gaf landschapsarchitect Leonard A. Springer de opdracht de directe omgeving van het huis te veranderen. Springer ontwierp ter plaatse van de oude moestuin oostelijk van het omgrachte landhuis en het oostelijk bouwhuis een neo-barokke verdiepte rozentuin, die begin jaren tachtig hersteld is. De moestuin is toen waarschijnlijk naar de overzijde van de Windesheimerweg verplaatst, buiten de dubbele omgrachting. Westelijk van het hoofdgebouw en het westelijk bouwhuis ontwierp Springer een geometrische bloementuin met zandstenen vijverbassin. In 1934 is het voorplein verfraaid door de aankoop van beelden. Voor de nissen van de gebogen middendelen van de bouwhuizen werden 18e eeuwse beelden aangeschaft. Ook de tuinvaas in het midden van het voorplein is toen geplaatst.

Op 20 oktober 1944 werd het huis, dat kort daarvoor nog Duitse officieren huisvestte, tijdens een precisie-bombardement door de Britse Royal Airforce verwoest.

Leonard A. Springer

Naar verluid waren de geallieerden van het feit op de hoogte dat de SS-officieren reeds een veilig heenkomen gezocht hadden maar moest het bombardement desalniettemin gewoon doorgang vinden. De bommen waren heel precies gemikt: van het huis was alleen het fundament en de gemetselde toegangsbrug over. De beide bouwhuizen werden grotendeels gespaard.

De eigenaar, die na de oorlog in Frankrijk woonde, heeft van herbouw van het huis afgezien. Als het echtpaar De Vos van Steenwijk – Schimmelpenninck op Windesheim was, logeerden zij in de voormalige tuinmanswoning, een villa aan de overzijde van de Windesheimerweg. De heer en mevrouw De Vos van Steenwijk – Schimmelpenninck zijn in resp. 1969 en 1973 overleden. Na de boedelscheiding werd Jan Arend de Vos baron de Vos van Steenwijk genaamd van Essen eigenaar van het landgoed. Onder zijn bewind is begin jaren tachtig het oostelijk bouwhuis gerestaureerd en voor bewoning geschikt gemaakt. In die periode zijn tevens de rozentuin en het voorplein opgeknapt. In 1999 is het westelijk bouwhuis gerestaureerd en vervolgens in erfpacht uitgegeven ten behoeve van bewoning.

Het oostelijk bouwhuis is sinds het overlijden van Jan Arend baron de Vos van Steenwijk genaamd van Essen als laatste telg van het geslacht in 2008, niet meer als woonhuis in gebruik. Het biedt nu onderdak aan de Stichting Landgoed Windesheim die is belast met de zorg voor het landgoed met als doel ‘het behoud van het landgoed als particuliere economische eenheid, waarbij een duurzaam evenwicht tussen alle aanwezige functies voor de toekomst blijft gehandhaafd’.