Hoofdlijnenplan: een draai aan het rad
Restauratie naar de ontwerpprincipes van Husly
Alles moet aparter dan apart,
Alles moet unieker dan uniek,
Alles moet bijzonder,
En dat alles maakt, dat alles weer moet.
Alles moet unieker dan unieker,
Alles moet aparter dan aparter,
Alles moet bijzonderder dan,
Alles wat allang bijzonder was.”
Deel van de songtekst “De Beatles en de buren” van Acda en de Munnik op het album “Hier zijn” (2000)
De hierboven geschreven liedtekst is afkomstig uit een afstudeeronderzoek van Bart van der Westen en Peter Westerink, studenten van Wageningen University & Research. Zij halen de tekst aan omdat ze die exemplarisch vinden voor de laatste decennia. Alles moet tegenwoordig apart, uniek en bijzonder zijn – alles om je je in deze tijd te kunnen onderscheiden van de massa.
In hun afstudeeronderzoek bepleiten de beide studenten dat er oog moet zijn voor het verleden, vaak is in het verleden al veel bereikt wat allang bijzonder is. De vele cultuurhistorische relicten die ons land rijk is staan voor het rijke verleden dat Nederland kent. De waarde van deze objecten zijn onmisbaar om de unieke geschiedenis van Nederland te kunnen vertellen. Het gaat vervolgens om de manier waarop deze geschiedenis verteld kan worden. Waarom nieuwe aanpakken bedenken, terwijl voldoende inspiratie uit het verleden voor handen ligt?
Het voorgaande betoog gaat volledig op voor Windesheim. Er ligt vanuit het verleden een prachtige basis voor Windesheim, de diverse verhalen liggen werkelijk voor het oprapen. De rijke erfenis hoeft hier en daar slechts wat gearticuleerd te worden. Dat, plus enkele gerichte toevoegingen, is genoeg en volstaat om een fantastisch resultaat te bereiken. Dat is de onderliggende planvisie van het hoofdlijnenplan. Windesheim is van zichzelf al bijzonder genoeg! De historische kwaliteiten aanzetten en hierop verder bouwen is de hoofdopgave.
Dit betekent dat er wel degelijk ontworpen wordt aan Windesheim: wij geven met dit plan weer ‘een draai aan het rad’. Dit hoofdlijnenplan voegt een nieuwe planlaag toe, Wij maken keuzes, omdat het huidig functioneren van het landgoed daarom vraagt en/of daar waar de kennis van het verleden hierom noopt (omdat simpelweg de gegevens ontbreken hoe het exact was). De principes van Springer en Husly worden gebruikt in het herontwerp, hier wordt zoveel mogelijk bij aangesloten, maar het blijft natuurlijk een hedendaagse interpretatie hiervan. Of dit historisch volledig te verantwoorden is maakt daarbij niet zo heel veel uit. Een landgoed is een levend landschap, waarvan de toekomst net zo belangrijk is als het verleden. Juist de gelaagde historie van Windesheim laat zien dat het interessant kan zijn dat elke tijdlaag zijn invloed heeft, mits zorgvuldig in de bestaande situatie ingepast.
“Doe mij maar een ruine” zei men in de 18e eeuw.
Door de landschapsarchitecten werd in 2011 geadviseerd de ruine daarom niet te herbouwen. Vanuit historisch perspectief verdient het koesteren van de ruine de voorkeur, en deze te beschouwen als een dramatische “folly” in de traditie van de landschapsstijl, één van de attractiepunten in de wandeling in die tijd. De ruine is thans opgenomen in de wandeling in het Parkbos waarbij men via een brugplateau de ruine van de achterkant kan kijken.